L’origine du monde / etudes 2019

‘Het punt is potentie, is mogelijkheid. Het is ALLES en NIETS, het begin en het einde. Het punt – en in wat volgt ook de stip, de zichtbare manifestatie van het onstoffelijke punt – is het begin, de geboorte, het principe, de oorsprong, het centrum, het vertrekpunt, het eindpunt, de kleinste grafische eenheid.

In het Hebreeuws betekent het punt: oorsprong (Sjekinah). Volgens de Kabbala, in de Zohar, is de schepping een proces dat zijn oorsprong heeft in het goddelijke NIETS (het Ain Soph) en ontwikkelt naar het goddelijk IETS. Eerst bracht de Allerverborgenste een enkel punt voort, de sefira, de eerste kether of goddelijke emanatie. Hij is de eerste van tien sefirot, goddelijke zelfopenbaringen, waarvan het middelpunt (de as, de spil) het dominerende mannelijke tif’eret is, de dynamische kreativiteit: zon, koning, bruidegom, man … Tegenover tif’eret staat, het vrouwelijke malkut: maan, koningin, bruid, vrouw, … De vereniging van beide in een punt, de hierosgamos, is de perfectie. De scheiding betekent ramp en onheil. Dit binaire principe, grafisch twee punten, verwijst eveneens naar de limieten van de mens: leven en dood, geboren worden en sterven. Beide antagonismen zijn elkaars negatie, gesymboliseerd in de twee zuilen van de tempel van Salomo: Jachin, de zon, en Boas, de maan’

Mark Verstockt
In: De genesis van de vorm, van chaos tot geometrie. Gent 1992

print op Hahnemühle FineArt papier
genummerd